Dirk de Wachter | Vertroostingen
Dirk de Wachter (Boom, BE, 1960) is een Belgische psychiater, verbonden aan het Universitair Psychiatrisch Centrum van Kortenberg en hoogleraar aan de Katholieke Universiteit in Leuven. Ook ontvangt hij patiënten in zijn praktijk aan huis. Hij werd een bekende persoon in o.a. België en Nederland na het verschijnen van zijn boek Borderline Times (2011). Vertroostingen is ontstaan door de ervaringen in het medisch proces na het constateren van darmkanker in 2021 en de daaruit volgende behandelingen, waarbij de kans op genezing wordt geschat op veertig procent.
De naam Dirk de Wachter kende ik vaag, maar de persoon kwam echt bij mij binnen tijdens het waardige interview door Pieter Jan Hagens in de laatste uitzending van Buitenhof dit jaar, op 18 december 2022.
Dirk de Wachter draait er niet om heen, maar maakt er ook geen al te groot drama van, het is wat het is. Daarna vertelt hij “in gebeeldhouwde zinnen”, zoals NRC het daarna beschreef, vooral over hoe hij nu in het leven staat en over zijn dankbaarheid voor al de zorgverleners die hem hebben bijgestaan en tal van zijn ex-patiënten die hem een kaart of brief hebben gestuurd en hem hebben bedankt voor zijn steun in het verleden, of hem gewoon beterschap of sterkte wensen.
Dirk de Wachter is overkomen wat veel meer mensen overkomt, die eenzelfde tegenslag hebben ondervonden of soms nog erger, zoals hij het zelf zegt. Maar mooi is te zien waar hij de kracht en het houvast in het leven vandaan haalt. Het was er altijd al en geeft hem nu veel steun: de mens en de kunsten.
Dirk de Wachter horen spreken is bijna therapeutisch, zijn stem is licht gedragen en vriendelijk, straalt rust uit. Zijn ervaringen zijn niet zozeer emotioneel als diep menselijk. Terwijl hij spreekt vergeet je al het andere en je beseft ineens dat we allemaal mens zijn. Zelfs de interviewer is zichtbaar geëmotioneerd en schudt hem de hand bij afsluiting van het interview.
Dirk de Wachter zou je een dwarsdenker kunnen noemen, ware het niet dat hij aan de kern van ons bestaan raakt. Een verademing in een periode waarin het lijkt dat het leven één groot feest of doorlopend entertainment moet zijn. In zijn boek noemt hij dat escapisme.
Maar de zin van het leven zit in het “goede” en in het ”kleine”, ook of wellicht vooral nadat je een mokerslag hebt gekregen. Soms ben je verbaast over de veerkracht van een medemens bij mogelijk levensbedreigend nieuws. Maar een realistische levenshouding en waardering voor de zin van het leven vooraf lijken de pijn van de mokerslag te verzachten.
Het hoeft niet, maar wellicht spreekt het boek nog meer aan, als je tijdens het lezen muziek afspeelt van J.S. Bach of Leonard Cohen. Persoonlijk dacht ik er te laat aan, maar lees je het uit voor het slapen gaan, dan slaap je uitstekend. De woorden van Dirk de Wachter geven je rust, de ervaring is bijna meditatief. Het is als comfort food for the soul.
Het woord troost komt in ieder hoofdstuk terug, maar je zou het woord troost ook kunnen vervangen door zingeving of zelfs inspiratie. De filosofie komt naarmate het boek vordert steeds meer aan bod, maar op een aangename begrijpelijke manier. Via de filosoof Jean Paul Sartre “werd ik op het spoor gezet van nog meer filosofisch geïnspireerde literatuur, moeilijke boeken die ik allemaal zocht en las, maar waar ik eigenlijk niet zo heel van begreep.”
Uiteindelijk komt Dirk de Wachter door een klein boekje, met de titel Denkers in Parijs, uit bij Emmanuel Levinas, de Litouwse-Franse filosoof (1906-1995), waarover hij schrijft: “Wat ik in dat boekje van Levinas las, greep me aan omdat er stond wat ik dacht te bedoelen en waar ik op blijf terugkomen. De blik van de ander. Dat is de essentie. Wij bestaan enkel door de blik van de ander.” Naar aanleiding van het belang van filosofie voor de maatschappij, schrijft hij: “Mensen moeten leren nadenken en vragen durven stellen die niet altijd te beantwoorden zijn. Dat is zeer nodig. Maar omdat veel van die filosofen bijna echt niet te begrijpen zijn, kun je terecht in secundaire literatuur.”
Dirk de Wachter noemt zichzelf een non-theïst, hij gelooft niet maar is niet tegen het geloof. Hij gelooft in de waarden van het christelijk humanisme. Barmhartigheid, naastenliefde, het kleine goede, vriendelijkheid. Hij schrijft: “Dat zijn belangrijke waarden waarvan ik hoop dat ze niet alleen christelijk ingevuld worden, want dan staat de wereld er niet goed voor. Je moet hopen dat ze universeel, humanistisch verder gaan in deze seculiere tijden.” Hij illustreert dit zuiver in de introductie van hoofdstuk 4: “Iemand die schrijft dat hij of zei voor je bidt of een kaars brandt helpt. Daarvoor moet je niet gelovig zijn. Iedereen kiest de taal die hem of haar het beste past en in die eigen taal steun je de andere.”
Het zijn de kunsten die hem veel troost bieden. De troost van de muziek die hij vindt in o.a. J.S. Bach en zijn jeugdheld Leonard Cohen. Hij is zo veel mogelijk cellosuites gaan verzamelen van J.S. Bach, niet via internet maar door in verschillende steden winkels te bezoeken. Hij heeft er bijna 150, waarvan de mooiste door Pablo Casals. Ook de verwerking van verdriet door Nick Cave na het overlijden van zijn zoon Arthur in 2015 (15 jaar), door het starten van een interactieve communicatie met zijn publiek via de Red Hand Files, bieden troost.
Er zijn de schilderijen van Francis Bacon, met als favoriet Screaming Pope. Het werk van Marlene Dumas, dat emotioneel binnenkomt. De boeken van Michel Houellebecq, waarmee hij ooit heeft gedineerd. De poëzie van Wisława Szymborska, waaraan hij ook een hoofdstuk wijdt. En altijd is er Parijs, de stad waar hij stage liep en de kunsten keerde kennen. De beperkte uren stage en de galeries en vernissages, en destijds nog gratis, het Centre Pompidou. Het is de stad hij al meer dan dertig jaar een aantal keren per jaar met zijn vrouw Karin verblijft.
Je kunt de musici, schilders, schrijvers en dichters vervangen door je persoonlijke voorkeur, het resultaat is hetzelfde, mits je de juiste levenshouding hebt. De combinatie van de Medemens en de Kunsten geven zin aan het leven.
Levinas leren kenen | Roger Burggraeve: Geen Toekomst Zonder Kleine Goedheid, 2020, 296 pagina’s, 21,95.
Frans Gzella, 28 december 2022.