Waar woorden tekort schieten, creëert poëzie ruimte voor reflectie
We leven in een tijd van oorlog en vrede, een tijd van onvrede en welvaart, een tijd van toenemende armoede, een tijd waarin we beschikken over veel kennis, een tijd van grote wetenschappelijke ontwikkelingen, maar we hebben er zelden zo weinig mee gedaan.
Soms is onze wereld zo complex en tegenstrijdig, dat interviews op radio en tv en artikelen in kranten en tijdschriften nauwelijks woorden kunnen vinden om de ernst van de situatie maar enigszins te kunnen benaderen. In de compacte vorm van de dichtkunst, vaak tijdloos, lukt het sommige kunstenaars de essentie te raken, terwijl de trein voort dendert en niemand lijkt te weten waar naar toe.
*****
Merel van Vroonhoven schreef in haar stil makende column in de Volkskrant van zaterdag 18 mei 2024:
“Is het de verbanning van de toekomst, tot na de zondvloed, die sinds donderdag mijn dagen donker kleurt? De valse belofte van een vroeger dat nimmer bestond? De op drijfzand gebouwde luchtkastelen? Het gemak waarmee principiële bezwaren verdwenen, ingeruild voor stokpaardjes en zondebokpolitiek? De Poolse dichteres Wisława Szymborska (1932-2012) geeft woorden aan wat me zo verontrust aan het monsterverbond met radicaal-rechts. Het is wat het normaliseert en voedt:”
Haat
Zie eens hoe doelmatig nog steeds,
Hoe goed in vorm
In onze eeuw de haat is.
Hoe moeiteloos hij hoge hindernissen neemt.
Hoe makkelijk hij springt, zijn prooi bereikt.
Hij is niet als andere gevoelens.
Tegelijk ouder en jonger dan zij.
Hij brengt zelf de oorzaken voort,
Die hem tot leven wekken.
Als hij inslaapt, is zijn slaap nooit eeuwig.
Hem verzwakt de slapeloosheid niet, maar sterkt.
Zonder religie of met –
als hij maar kan knielen bij de start.
Zonder vaderland of met –
Als hij maar snel weg kan komen.
Rechtvaardigheid kan om te beginnen ook heen kwaad.
Daarna rent hij graag alleen.
Haat, Haat.
Een grimas van liefdesextase
vertrekt zijn gezicht.
Ach, die andere gevoelens –
Wat sukkelen ze lusteloos.
Sinds wanneer kan broederschap
Op de massa rekenen?
Heeft medelijden ooit
als eerste de finish bereikt?
Hoeveel mensen wekt de twijfel op tot daden?
Dat lukt hem alleen, die zeker van zijn zaak is.
Bekwaam, snel van begrip, heel ijverig.
Moet ik zeggen hoeveel liederen hij heeft gecomponeerd?
Hoeveel bladzijden geschiedenis genummerd?
Hoeveel menselijke kleden hij heeft uitgespreid
Op hoeveel pleinen en in hoeveel stadions?
Laten we het eerlijk toegeven:
hij weet wat schoonheid is.
Schitterend is zijn vuurgloed in de zwarte nacht.
Prachtig zijn zijn rokende explosies in de roze dageraad.
Ruïnes kun je moeilijk hun pathos ontzeggen,
noch kun je de grove humor loochenen
van de zuil die er kaarsrecht bovenuit steekt.
Hij is een meester in het contrast
tussen gedonder en stilte,
tussen rood bloed en witte sneeuw.
En wat hem boven alles nooit verveelt:
Het motief van de propere beul
die boven zijn besmeurde slachtoffer oprijst.
Op elk tijdstip open voor nieuwe uitdagingen.
Als hij even moet wachten, dan wacht hij.
Ze zeggen dat hij blind is. Blind?
Zijn blik is even scherp als die van een sluipschutter
En hij ziet de toekomst gerust tegemoet
– hij alleen.
Uit: Einde En Begin, 1993, vertaald door Gerard Rasch
*****
Ramsey Nasr, Nederlandse dichter, schrijver, essayist, acteur, regisseur, librettist en vertaler slaagde erin aandacht te vragen voor het lot van de Palestijnen, in het programma Khalid & Sophie, op 19 oktober 2023, met het voorlezen van zijn indrukwekkende gedicht:
Kennen We De Naam Van Elk Palestijns Slachtoffer
Alle gijzelaars, alle doden uit Israël in Europa hebben hun namen gekregen.
Hun familieleden en vrienden zijn gehoord hier op televisie en in de krant.
Hun levens, dromen, idealen zijn ons bekend voor altijd, en ik vind dat terecht.
Wel heb ik een vraag:
Hebben Palestijnse levens eenzelfde waarde voor ons?
Kennen wij ook de namen van hun dode baby’s,
hun vernederde grootouders en vermoorde kinderen.
Kennen wij hun individuele dromen, vrienden, schoolrapporten?
Palestijnse levens worden doorgaans per aantal genoemd:
48 doden, 1.200 gewonden, geen namen maar nummers.
En dit geeft aan hoe wij ons mededogen verdelen,
Want ook Palestijnen worden levend verbrand.
Ook Palestijnse dorpen kennen pogroms, uitgevoerd door Israeli’s.
Palestijnse kinderen worden gemarteld, zitten jaren gevangen, zonder aanklacht of hulp,
en dit gebeurt generatie op generatie, al meer dan 75 jaar.
En misschien zijn we daardoor immuun geworden.
Het zijn geen mensen, het is verzameld leed, houd het dan nooit op?
Maar voor mij is het familie en ook ik denk, houd het dan nooit op?
Alleen heb ik het over de blinde steun aan en voor mij overduidelijk
Systeem van apartheid en etnische zuivering.
Premier Rutte zei na de Hamas aanslagen:
“We hebben niet zo heel vaak meegemaakt dat dit conflict zich richt op heel gewone mensen”.
Kennelijk ziet hij Palestijnen niet als gewone mensen, maar ze zijn er, wij bestaan.
Het piepkleine Gaza telt 2,2 miljoen inwoners, bijna de helft van hun is nog een kind.
Van alle kinderen in Gaza is tachtig procent gediagnosticeerd als depressief.
Vragen wij ons ooit af wat zij dromen?
Israël zegt tegen 2 miljoen wanhopige burgers dat zij in een dag allemaal naar het zuiden moeten gaan, zogezegd voor hun veiligheid, en daarna bombardeert Israël deze vluchtelingen in het zuiden.
Israël geeft hele ziekenhuizen de tip te verkassen, omdat het noorden zal worden weggevaagd.
Maar hoe, hoe kunnen zieken en gewonden, gekluisterd aan medische apparatuur,
weg uit de ziekenhuizen.
Bejaarden, zieken en gehandicapten, de zwaksten, zij blijven dus achter en gaan hun lot tegemoet.
Gisterenavond aanschouwden wij zo’n lot: Een overvol ziekenhuis in Gaza-stad werd getroffen,
en ik bekeek de beelden en zag een man, rondlopend met een plastic tasje.
Hij hield het voor zich uit, boven de menigte, alsof het een kostbaar brood bevatte.
Het was geen brood, in het doorschijnende tasje zaten de restjes vlees en botten van zijn kinderen,
En ik ben gaan zitten en heb gejankt als een dier.
Er is iets mis met de menselijkheid, die van onszelf en van een ieder die toekijkt en niet ingrijpt.
Eén wens heb ik nog, want dromen bestaan niet in deze hel.
Dat iemand van de honderdduizenden Palestijnse vluchtelingen, doden en gewonden, de namen
zal noteren, en dan avond aan avond hun familieleden zal interviewen op nationale televisie.
Dit komt neer op talloze tv uitzendingen, het zou absurd zijn, maar wel eerlijk.
*****
Sana Valiulina (Tallin, 1964), is een in Nederland wonende schrijfster uit Estland, columniste en vertaalster, die in Moskou Noorse taal en letterkunde studeerde. Op 17 april 2023, in het radio programma OVT van de VPRO (zondagmorgen), heeft zij een gedicht voorgedragen van een Russische artiest. Ook een Rus is een mens.
Ren Zo Hard Als Je Kunt
Ren zo hard als je kunt, vriend,
naar de horizon, naar de brede oever,
met vurige zonsondergang, daar,
waar je dromen oplossen,
en waar je niemand kent.
Over hangbruggen boven rivieren,
door stortbuien, hier is alles dood.
Kijk niet om, en laat geen sporen na,
ren over het zand in het donker,
laat alles achter en vertel niemand waar je heen gaat.
Ren langs brandende bossen, en vlammende velden,
langs koude rivieren en hoge bergen,
kijk onder je voeten en zorg dat ze je niet zien,
en zelfs als ze gaan roepen dat er een afgrond voor je ligt,
trek je er niets van aan en blijf rennen, vriend,
zo hard als je kunt, en kom nooit terug,
maar bewaar het vuur in je hart.”
Vasja Oblomov (Vasja Gontsjarov), Rostov-on-Don, 21 maart 1984
singer-songwriter, pianist, dichter en producent.
*****
In 2018 verscheen de laatste dichtbundel van Remco Campert Open Ogen (1929-2022), waarin het volgende gedicht werd opgenomen:
Aanslag (1)
Ik kom naast je liggen
naast je bloedende lichaam
vergeefs grijpend naar je geest
die je lijf al verlaten heeft
je moordenaar raakt
steeds meer op afstand
verdwijnt in een mist
van diplomatie
van waaruit hij opduikt
met ontblote borstkas
hoog te paard
*****
Soms lijkt, hoe groter de oorlog, hoe langer deze duurt, hoe gemakkelijker hij naar de achtergrond verdwijnt. De Poolse dichteres, Anna Świrszczyńska (1909-1984) schreef over de gevolgen van de wreedheid van een oorlog, met oog voor de soldaat.
Als Een Soldaat Sterven Gaat
Bij de brancard op de grond
zat ik naast hem geknield
ik kuste zijn jack
ik zei: je bent mooi
je kunt nog zo veel geluk brengen
je weet zelf niet hoe veel geluk
je blijft leven mijn mooie
mijn dappere.
Hij glimlachte en luisterde
zijn oogleden werden zwaar
hij wist niet dat men zulke woorden
tegen een soldaat zegt
alleen als hij sterven gaat.
Uit: Ik Bouwde Een Barricade, 1974, Vertaald door Karol Lesman
****